1 Welke wet is van toepassing?
1.1. Welk recht is van toepassing op het vermogen van de echtgenoten? Welke criteria/regels worden gebruikt om het toepasselijke recht te bepalen? Welke internationale verdragen moeten worden gerespecteerd met betrekking tot bepaalde landen?
Volgens de Wet inzake het internationaal privaatrecht geldt dat als de echtgenoten zelf geen rechtskeuze maken, het recht toegepast wordt dat ten tijde van het huwelijk van toepassing is met betrekking tot de algemene rechtsgevolgen van het huwelijk. De algemene juridische gevolgen worden bepaald door het recht van het land waar de echtgenoten hun gemeenschappelijke woonplaats hebben. Bij het ontbreken van een gemeenschappelijke woonplaats is het recht van het land van de gemeenschappelijke nationaliteit van toepassing. Indien de echtgenoten in verschillende Staten wonen en een verschillende nationaliteit hebben, dan zullen de algemene wettelijke gevolgen van het huwelijk bepaald worden door het recht van de Staat van hun laatste gemeenschappelijke verblijfplaats, indien één van de echtgenoten nog steeds in die Staat woont. Indien het niet mogelijk om te bepalen welke recht van toepassing is op basis van de bovengenoemde criteria, dan moet het recht van het land waarmee de echtgenoten het nauwst verbonden zijn worden toegepast.
Andere regels zijn van toepassing gebaseerd op internationale verdragen (verdragem betreffemde internationale bijstand), indien de echtgenoten of één van de echtgenoten de nationaliteit heeft van Letland, Litouwen, Polen, Rusland of Oekraïne of wanneer de echtgenoten in één van die staten hun woonplaats hebben.
1.2. Hebben de echtgenoten de mogelijkheid het toepasselijke recht te kiezen? Zo ja, door welke beginselen wordt deze keuze dan bepaald (bijvoorbeeld voor welk recht kan gekozen worden, vormvereisten, retroactiviteit)?
Volgens de Wet inzake het internationaal privaatrecht kunnen de echtgenoten kiezen welk recht van toepassing is op hun vermogensverhoudingen. Zij kunnen ofwel het recht kiezen van de Staat waar één van hen hun woonplaats hebben ofwel het recht van de Staat waarvan één van de echtgenoten ten tijde van de rechtskeuze de nationaliteit had.