3 Hoe kunnen de echtgenoten hun goederenstelsel regelen?
3.1. Van welke bepalingen kunnen de echtgenoten afwijken door een contract te makenen en welke niet? Voor welk huwelijksvermogenstelsel kunnen zij kiezen?
De echtgenoten kunnen een huwelijkscontract/huwelijkse voorwaarden betreffende de toekenning van eigendom gedurende het gemeenschappelijk huwelijksleven, voorafgaand aan of tijdens het huwelijk aangaan.
(Artikel 4:34 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek)
De bedoeling van het huwelijkscontract/de huwelijkse voorwaarden is de mogelijkheid te bieden aan de (toekomstige) echtgenoten om – in plaats van het systeem van gemeenschap van goederen – hun vermogensstelsel te bepalen teneinde hun eigendomsrelaties te regelen gedurende het huwelijk vanaf het tijdstip aangegeven in de overeenkomst. In het huwelijkscontract/de huwelijkse voorwaarden kunnen partijen verschillende soorten stelsels bedingen voor verschillende soorten goederen, en zij mogen zelfs afwijken van de regels van de wettelijke en de facultatieve stelsels, op voorwaarde dat dergelijke afwijking niet door het Burgerlijk Wetboek is uitgesloten.
(Artikel 4:63 van het Burgerlijk Wetboek)
Het Burgerlijk Wetboek bevat een gedetailleerde regelgeving met betrekking tot twee facultatieve vermogensstelsels: de beperkte gemeenschap van goederen en de uitsluiting van iedere gemeenschap. Partijen zijn echter niet verplicht om voor één van deze regimes te kiezen.
(Artikelen 4:71-4:73 van het Burgerlijk Wetboek)
De (toekomstige) echtgenoten mogen voorafgaand regelingen treffen over het gebruik van de gezamenlijke woning in geval van ontbinding van het huwelijk of beëindiging van het gemeenschappelijk huwelijksleven. Deze overeenkomst wordt aangenomen als rechtsgeldig, indien het een authentieke akte betreft, dan wel een onderhandse akte medeondertekend door een advocaat.
De partijen hebben ook de mogelijkheid om afspraken te maken over het gebruik van de gezamenlijke woning tijdens het huwelijk in het huwelijkscontract/de huwelijkse voorwaarden zelf.
(Artikel 4:78 lid 1 en 3 van het Burgerlijk Wetboek)
Het is strijdig met de goede zeden en aldus nietig, indien een contract praktisch alle eigen en gemeenschappelijke goederen toekent aan één echtgenoot zonder gelijkwaardige vergoeding van de andere echtgenoot.
3.2. Wat zijn de formele vereisten en met wie moet ik contact opnemen?
Het huwelijkscontract/de huwelijkse voorwaarden is/zijn geldig indien ze zijn opgenomen in een authentieke akte, welke moet zijn opgesteld door een notaris, of in een onderhandse akte, waarvoor ze mede moet zijn ondertekend door een advocaat.
(Artikel 4:65 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek)De goedkeuring van de voogd is voorgeschreven voor de geldigheid van het huwelijkscontract/de huwelijkse voorwaarden, indien een echtgenoot onder de 18 jaar is of indien zijn/haar handelingsbekwaamheid met betrekking tot eigendomszaken gedeeltelijk beperkt is.
(Artikel 4:64 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek)
3.3. Wanneer kan het contract worden gesloten en wanneer treedt het in werking?
De echtgenoten kunnen een huwelijkscontract/huwelijkse voorwaarden voorafgaand aan of tijdens het huwelijk aangaan. Indien het huwelijkscontract/de huwelijkse voorwaarden is/zijn aangegaan voorafgaand aan het huwelijk, dan treden ze in werking op het moment van het sluiten van het huwelijk. Indien het contract/de voorwaarden is/zijn aangegaan tijdens het huwelijk, dan treden ze in werking op het moment van ondertekenen.
(Artikel 4:34 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek)
Het huwelijkscontract/de huwelijkse voorwaarden mag/mogen geen bepaling inhouden die enige verplichting aangegaan door een echtgenoot ten aanzien van een derde vóór het sluiten van het huwelijkscontract/de huwelijkse voorwaarden, met terugwerkende kracht wijzigt ten nadele van de derde in kwestie.
(Artikel 4:67 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek)
3.4. Kan een bestaand contract gewijzigd worden door de echtgenoten? Zo ja, onder welke voorwaarden?
Huwelijkscontracten/huwelijkse voorwaarden kunnen te allen tijde worden gewijzigd of ontbonden gedurende het gemeenschappelijk huwelijksleven. De wijziging of ontbinding van het contract is onderworpen aan dezelfde vormvereisten als van toepassing op het originele contract.
(Artikel 4:66 van het Burgerlijk Wetboek)