2 Is er een wettelijk huwelijksvermogenstelsel en zo ja, wat houdt dit in?
2.1. Beschrijf de algemene beginselen: Welke goederen maken deel uit van de gemeenschap van goederen? Welke goederen zijn onderdeel van het privé vermogen van de echtgenoten?
Het beginsel van gemeenschap van goederen is overeenkomstig het Iers recht niet van toepassing en het vermogen dat elk van beide echtgenoten bezat voorafgaand aan het huwelijk of dat door een van beide echtgenoten wordt verworven tijdens het huwelijk blijft eigendom van die echtgenoot. Hoewel er geen automatisch recht bestaat op een aandeel in het vermogen van de andere echtgenoot, kan de echtgenoot die geen eigenaar is bij een scheiding van tafel en bed en/of echtscheiding een gebruiksrecht vorderen voor een deel of heel het vermogen dat wettelijk de eigendom is van de andere echtgenoot indien een dergelijke vordering wordt gedaan in het belang van justitie (artikel 16, lid 5 Wet betreffende familierecht 1995 en artikel 20, lid 5 Wet betreffende familierecht (echtscheiding) 1996),gelet op de omstandigheden van het huwelijk en de gevolgen van het vonnis tot scheiding van tafel en bed/echtscheiding (artikel 16, lid 2, onder a-l Wet betreffende familierecht 1995 en artikel 20, lid 2, onder a-l Wet betreffende familierecht (echtscheiding) 1996).
2.2. Zijn er wettelijke veronderstellingen met betrekking tot de toekenning van goederen?
Dergelijke wettelijke vermoedens bestaan niet.
2.3. Moeten de echtgenoten een inventaris van de bezittingen opstellen? Zo ja, wanneer en hoe?
De echtgenoten zijn niet wettelijk verplicht om bij het huwelijk een boedelbeschrijving op te stellen. Bij een verzoekschrift tot scheiding van tafel en bed of echtscheiding met bijbehorend bijbehorend “ancillary relief” zijn beide partijen echter verplicht om een verklaring onder ede (affidavit of means) in te dienen, waarin de details over hun goederen, inkomsten, aansprakelijkheden, schulden en pensioenfondsen worden vermeld
(zie Order 59, regel 4 Regels van het Circuit Court 2001 en Order 70A van de Regels van de Superior Courts 1997).
2.4. Wie is verantwoordelijk voor het beheer van het vermogen? Wie mag goederen vervreemden? Mag één echtgenoot alleen de goederen vervreemden/beheren of is de toestemming van de andere echtgenoot nodig (bijvoorbeeld in geval van vervreemding van echtelijke woning)? Welk effect heeft de ontbrekende toestemming op de geldigheid van een overdracht en op de tegenwerpbaarheid daarvan aan een derde?
Tijdens een geldig bestaand huwelijk heeft elk van beide echtgenoten het beheer over zijn/haar vermogen en hebben zij over het algemeen geen toestemming nodig van de andere echtgenoot voor het beheer of om afstand te doen van dat vermogen. De echtelijke woning van partijen, zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 1 Wet tot bescherming van de echtelijke woning 1976, zoals gewijzigd bij artikel 54, lid 1 van de Wet betreffende familierecht 1995, geniet in het Iers recht een specifieke bescherming. Zelfs indien de echtelijke woning slechts op naam van een van de echtgenoten staat, is het de echtgenoot die juridisch gezien eigenaar is niet toegestaan om de echtelijke woning over te dragen of een last op de echtelijke woning te leggen zonder schriftelijke toestemming van de andere echtgenoot (artikel 3, lid 1 Wet tot bescherming van de echtelijke woning 1976). Indien een dergelijke overdracht plaatsvindt zonder toestemming van de andere echtgenoot, dan is deze nietig (artikel 3, lid 1 Wet tot bescherming van de echtelijke woning 1976). Geen enkele overdracht is echter nietig uitsluitend als gevolg van een dergelijke toestemmingsvereiste wanneer de overdracht heeft plaatsgevonden aan een koper voor de volledige waarde en zonder kennisgeving artikel 3, lid 3, onder a Wet tot bescherming van de echtelijke woning 1976).
2.5. Is een overdracht verricht door de ene echtgenoot ook bindend voor de andere?
Dergelijke transacties zijn er niet.
2.6. Wie is aansprakelijk voor de schulden tijdens het huwelijk? Op welke goederen kunnen schuldeisers zich verhalen?
Elk van de echtgenoten is aansprakelijk voor zijn/haar eigen schulden die zijn aangegaan tijdens het huwelijk, tenzij overeenkomsten anders aantonen.